Aflevering 2: Geeltjes
Een jongen op een rondvaartboot. De vestingwerken van zijn geboortestad Zwolle en de romantiek van haar middeleeuwse geschiedenis. Een verhaal over bakstenen, stadsmuren, steenfabrieken en klei.
Van die klei maakt men het IJsselsteentje, oftewel het ‘geeltje’, dat al snel de wereld verovert door te dienen als ballast van 17e eeuwse zeilschepen en, op de plek van aankomst, als bouwmateriaal van de handelskolonist.
Late middeleeuwen
Toen in de late middeleeuwen de steden in Nederland flink groeiden, door met name de handel en nijverheid, werd ook de veiligheid van de inwoners van steeds groter belang. Dat gold ook voor de stad zelf, die in die tijd gebouwd was van hout en die niet zelden geheel afbrandde als ergens een vuurtje niet op tijd werd geblust. Maar dat gold zeker dus ook voor de inwoners van de stad, die regelmatig hun leven niet zeker waren als huursoldaten of rovers de stad belegerden.
In de loop van de 14e en 15e eeuw begon men daarom met het bouwen van huizen van steen. De brandgevaarlijkheid nam daarmee enorm af. De stenen die voor de huizenbouw gebruikt werden, moesten wel zelf gemaakt worden. Het ontbeert Nederland aan bergen, rotsen en bijbehorend natuursteen. Wij zijn hier uit de klei getrokken! Door die klei in mallen te proppen, te laten drogen en vervolgens te bakken in steenovens, konden bakstenen worden gemaakt die men als lego-steentjes op elkaar kon stapelen. Omdat in elke rivier in Nederland klei te vinden is, is dan ook aan elke rivier wel een steenfabriek te vinden. Voor wie meer willen lezen over de geschiedenis van de baksteen, is Biografie van de baksteen een aanrader. Hoewel dit boek van Ronald Stenvert vooral over de baksteen van de moderne tijd gaat (1850 tot heden) geeft het boek wel degelijk een inzicht in de geschiedenis van ervan. Op deze site (1) kun je de PDF van het boek downloaden.
Zwolle
Met bakstenen werden niet alleen huizen en kastelen gebouwd. De veiligheid van de inwoners werd vergroot toen in de late middeleeuwen veel steden zich gingen wapenen tegen rovers en soldaten. Menige stad in Nederland wierp wallen op, en op die wallen werden stadsmuren gebouwd. Ook in Zwolle, dat sinds 1230 stadsrechten had, werden zulke muren van baksteen opgetrokken. Op de kaart van Zwolle (2) is de oorspronkelijke muur te zien met torens en poorten. Ook in de podcast genoemde herbouwde muur uit de 20e eeuw is op die kaart te zien, tussen de nummers 35 en 36 (respectievelijk Pelsertoren en Diezerpoort). Over de geschiedenis van Zwolle, die wat betreft de bouw van de vestingwerken te vergelijken is met andere steden, is meer te lezen in Geschiedenis van Zwolle van Jan ten Hove (3).
Adriaen Anthonisz.
Een van de vestingbouwers, die ook in Zwolle aan de slag ging, was Adriaen Anthonisz. Hij werkte op wiskundige grondslag zijn ideeën van fortificatie uit en steden als Amsterdam, Alkmaar, Muiden/Naarden, Utrecht en Zwolle werden aan de hand van zijn berekeningen fortificaties doorgevoerd. Hij was verder burgemeester van Alkmaar en had de eretitel ‘Stercktebouwmeester der Vereenighde Nederlanden’ en was benoemd tot ‘Mathemathicus van Oranje’. (4)
De bakstenen die men in Zwolle en andere Hanzesteden gebruikte, werden gebakken van rivierklei en hadden, anders dan het geeltje, een rode kleur. In het westen van ons land werden ook stenen gebakken. Deze stenen hadden echter wel de bekende gele kleur. Dat had te maken met het hogere kalkgehalte in de westerse klei. Ook de grootte van de stenen was anders. De westerse geeltjes waren kleiner dan de stenen in het oosten en noorden van het land. Lees meer over de geschiedenis van de zogeheten steenplaatsen en geeltjes op goudeneeuwrivier.nl. (5)
Bibliografie
1. https://www.cultureelerfgoed.nl/publicaties/publicaties/2012/01/01/de-biografie-van-de-baksteen
2. https://nl.wikipedia.org/wiki/Stadsmuur_(Zwolle)
3. Geschiedenis van Zwolle / Jan ten Hove. – Zwolle/Kampen: Historisch Centrum Overijssel/IJsselacademie/Waanders Uitgevers, 2005 – 688 pp.
4. https://nl.wikipedia.org/wiki/Adriaen_Anthonisz
5. https://www.goudeneeuwrivier.nl/erfgoed-cultuurhistorie/1572-1672-steenplaatsen-in-de-gouden-eeuw