Aflevering 12: Schedels, Erasmus en de frenologie

Sommige mensen hebben, zo zegt men, een talenknobbel. Of een wiskundeknobbel. Aan de schedel zou je kunnen zien wie je bent of wat je kunt. Inmiddels is duidelijk dat de vorm en grootte van de schedel weinig zegt over onze persoonlijkheid of intelligentie. Toch is het idee hardnekkig.

 

Bekende schedels

De meeste schedels (en beenderen) zijn van  naamloze mensen. Soms kun je die opgestapeld zien. Voorbeelden zijn de schedels in het Beinhaus in Oppenheim aan de Rijn (niet ver van Mainz) of de schedels in de Santa Maria della Concezione, aan de Via Veneto te Rome. Op beide plekken liggen schedels opgestapeld.

In de podcast gaat vooral over bekende schedels. Te denken valt aan Hamlet en de schedel van Yorick. Maar wat is dat toch met schedels? Het is de plek waar onze hersenen zitten. Onze ziel misschien zelfs? Schedels zijn de bewaardozen van hersenen. Ze zijn ook dat deel van het lichaam dat ons als mens een persoonlijkheid geeft. De interesse in hoofden en schedels (zie ook het boek van Frances Larson uit 2014 met de titel Severed: a history of heads lost and found en haar TEDtalk) ging in de late 18e eeuw en vroege 19e eeuw ver. Zelfs zo ver dat onderzoekers meenden dat je aan de schedel iets over de mens kon zeggen. Franz Joseph Gall (1758 – 1828) formuleerde een theorie genaamd frenologie die stelde dat aanleg en karakter door de groei van bepaalde hersendelen worden bepaald. Het karakter zou dan uit de vorm van de schedel kunnen worden afgeleid, die bepaalde knobbels zou vertonen (zoals wiskundeknobbel en talenknobbel).

 

Gall, Haydn, en de fantasie van frenologie

We gaan terug naar de 18e en vooral 19e eeuw.  Gall begon met meten van schedels en trok conclusies over de geestelijke kwaliteiten van de mens aan de hand van diens schedel. Dat werd toen ook in de praktijk gebracht. Hoe?

Een intrigerend voorbeeld is de schedel van de componist Joseph Haydn. In 1820 is de componist al 11 jaar dood als de begraafplaats in Wenen geruimd wordt wegens een grootschalige renovatie. Men is het er snel over eens dat ze Haydns overschot elders een plekje moeten geven. Als het graf open is, komt men echter voor een grote verrassing te staan. De pruik van Haydn is er, maar zijn hoofd – dat is nergens te bekennen.

Haydn was op 1 juni 1809 begraven in Wenen (dag dat Napoleon Wenen binnenviel). Toch heeft Haydn niet lang ongestoord in zijn graf mogen liggen. Al na enkele dagen brak een doodgraver het graf open, in opdracht van Joseph Carl Rosenbaum, tevens een goede bekende van Haydn. Die bewonderde het werk van  Gall Rosenbaum verzamelde hoofden en dat van Haydn was een hoogtepunt.

Het hoofd van Haydn was groen uitgeslagen, na slechts enkele dagen onder de grond, vermoedelijk door het warme weer. Dat én de ondraaglijke stank zorgden ervoor dat Rosenbaum moest overgeven toen hij het bestudeerde. Zijn conclusie was ondanks dat alles: de hersenen waren abnormaal groot!

Haydns hoofd zat in een houten kistje. Dat ging van hand tot hand tot het in handen kwam van het Weense Gesellschaft der Musikfreunde. Pas in 1954 (145 jaar na de begrafenis) werd de oorspronkelijke en de vervangende schedel (die men in het graf had gelegd) bij het lichaam geplaatst. Een graf met twee schedels dus!

Criminele schedels

Los van schedels van creatieve mensen was er ook interesse in de schedels van criminelen. In Groningen kreeg in 1806 anatoom Pieter de Riemer de geradbraakte lichamen van drie criminelen op zijn ontleedtafel. Het waren de leden van de beruchte Bende Zwartjesgoed. De Riemer was vooral geïnteresseerd in menselijke schedels vanuit frenologisch oogpunt. Waren de misdadige karaktereigenschappen af te lezen uit de vorm van de schedels, zoals Franz Joseph Gall beweerde? Om dat te onderzoeken had De Riemer een uitgebreide collectie schedels aangelegd. Die waren van mensen van wie hij wist of ze tijdens hun leven intelligent, misdadig of zelfs krankzinnig waren geweest. Nog in datzelfde jaar kreeg De Riemer bezoek van Gall zelf. Deze wees twee schedels aan als ‘duidelijke’ misdadigers. Helaas voor Gall bleken de twee schedels aan deugdzame burgers te hebben toebehoord.

 

De schedel van Erasmus

Erasmus, de humanist die geboren is in Rotterdam en schrijver van het boek De lof der zotheid, overleed in 1536 in Bazel. Hij werd begraven in de Munster (kerk) in Bazel. In 1928 is zijn graf geopend. Prof. Werthemann heeft toen het skelet en de schedel onderzocht. In 1948 is van de diverse (her)begrafenissen en grafopeningen een analyse van Erasmus schedel gemaakt.
Zijn schedel is te bewonderen in de centrale bibliotheek in Rotterdam. Althans, de schedel die in de Openbare Bibliotheek van Rotterdam ligt, is een afgietsel uit 1928. De eigenlijke schedel is zoek.

 

Is de schedel zoek?

Een magazine in Rotterdam deed recentelijk onderzoek. Waar is de schedel? Er is een afgietsel dus, maar daarvan vonden de schrijvers van het magazine dat het een nogal vreemde schedel is. Niet alleen heft de schedel een platte achterkant, zijn schedel is ook nog eens 30 procent kleiner dan gemiddeld. Toch opvallend, een intelligente man met een klein hoofd.
Klinkt dat bekend? Intelligentie aan de hand van de schedelomvang of vorm bepalen? Dat riekt naar frenologie.

Nog een kwestie: Erasmus leed aan syfilis. Dat zou een reden voor alle commotie omtrent de vermiste schedel. Dat bewust is geprobeerd om een draai aan de wekelijkheid te geven. Want syfilis is een ziekte die wordt geassocieerd met geslachtsgemeenschap. Het punt is echt dat deze ziekte veel voorkomend was in de tijd van Erasmus. Gelukkig beseffen de schrijvers van het magazine dat ze speculeren.

De 85-jarige professor Hans Rudolf Sennhauser uit Zwitserland is autoriteit in de archeologie en leider van het opgravingsteam in 1974. Hij is ervan overtuigd dat in 1974 de echte Erasmus is gevonden. Hij kan niet zeggen wat met de schedel is gebeurd of waar die is gebleven.

 

Goed verhaal is beter dan de waarheid

De magazine-schrijvers concluderen dat er iets vreemds aan de hand moet zijn.  Maar is dat wel zo? Klopt het allemaal wel?

Van de Goot ontrafelde het mysterie over het verdwenen en te kleine hoofd van Erasmus. Conclusie: zijn hoofd was eigenlijk helemaal niet zo klein en had zeker geen effect op zijn intelligentie. En de schedel? Die ligt waarschijnlijk nog ergens onder de gerenoveerde kathedraal in Munster.

 

De conclusie is gerechtvaardigd: een goed verhaal is beter dan de waarheid.

 

 

Aflevering 10: Jetta Goudal, Amsterdamse Diva op de Walk of Fame

Stel op de straat de vraag of iemand Hollywood kent, dan is de kans groot dat het antwoord ja is. Vraag naar de Walk of Fame (WoF) en misschien weet iemand wel wat dat is. Of iemand kan zeggen waar die Walk of Fame is? Die kans is een stuk kleiner. Maar wat als je vraagt of er ook Nederlandse sterren stralen op de WoF? Vermoedelijk weet een slechts kleine minderheid mensen dat. Want ja, is er wel een ster van een Nederlander?

De sterren van Hollywood

Hollywood is een deel van Los Angeles, Verenigde Staten. Daar is Hollywood Boulevard te vinden, een drukke straat die elk jaar 10 miljoen bezoekers trekt. Toeristen, maar ook zij die iets willen zijn of worden of denken te zijn, lopen daar rond. Zeker in februari / maart is het er druk als als in het Dolby Theatre de Oscars worden uitgereikt.

Op Hollywood Boulevard is de WoF. Die is in de jaren vijftig ontwikkeld om sterren van het witte doek, van de muziek en het toneel een permanent openbare monument te geven voor hun prestaties in de amusementsindustrie. Acteurs, muzikanten, regisseurs, producenten, muziek- en theatergroepen, fictieve personages en anderen hebben een ster gekregen. De sterren op Hollywood Boulevard zijn gemaakt van messing en terrazzo (een steencomposiet). Sommige entertainers zijn in meerdere categorieën met meerdere sterren erkend. Gene Autry is de enige met sterren in alle vijf categorieën. Februari 2021 waren er bijna 2700 sterren op de Hollywood Walk of Fame. Vier sterren zijn ooit gestolen (o.a. Gregory Peck en Kirk Douglas). Een ster hangt aan de muur: Muhammed Ali. Waarom? Hij wilde niet dat men over hem liep.

Maar dan nu de hamvraag: is er een Nederlandse ster? Ja, maar die is niet van Rutger Hauer, Paul Verhoeven of Jan de Bont. Die is van Jetta Goudal. Een ster van de stomme film. Overigens wist ik, Rick, ten tijde van ijn reis nog niet van het bestaan van Jetta. Ik heb dan ook geen foto van haar ster. Wel van onder andere Michael J. Fox.

Jetta Goudal

Jetta Goudal werd in 1891 in Amsterdam geboren als Juliette Henriette Goudeket. Zij groeide op in een welvarende familie op de Plantage Middenlaan. Haar vader was diamantlsijper en orthodox-Joods. Frivoliteiten waren verboden terrein voor Jetta en haar zusje Bertha.

In 1917 vertrok ze naar de VS. Vanaf dat moment noemde zij zich Jetta Goudal, was afkomstig uit Versailles, katholiek en dochter van een rijke Franse advocaat. Broadway en Hollywood geloofden haar. Waarom ze dat deed? Ze was ongetrouwde en joods. In die tijd kwamen Joden niet door de ballotage van sociale of sportclubs hebben gemogen, zoals tennis of golf.

Jetta was een Flapper. Dat waren kortharige, pittige zelfbewuste vrouwen met een bobkapsel, die naar jazz luisterden en minachtend deden over dat wat toentertijd als acceptabel en gangbaar gedrag werd gezien. Flapper-girls droegen zware make-up, korte rokken, dronken stevig, rookten, reden auto en gingen makkelijker om met seks.

Zodra ze in Amerika was liet ze Nederland achter zich. De aangenomen naam zegt al iets, maar ze wilde ook niets meer van haar familie weten. Ze verbrak het contact resoluut. Toen haar nichtje, die als enige in de familie de Holocaust had overleefd, haar benaderde, wees ze zelfs dat contact van de hand. Erik Brouwer, schrijver van het boek Diva Jetta Goudal, meent dat ze haar oude leven verdrong. “Ze was een egocentrische vrouw die alles opzij zette voor haar eigen belang.”

Ze speelde 10 jaar lang in 19 films. Op filmsets was ze eigenzinnig en recalcitrant. Erger, ze hield zich intussen niet aan afspraken en regels, kwam geregeld te laat, luisterde niet naar de regisseur, maakte stennis, bemoeide zich met het script en wilde haar eigen jurken laten maken.

Zoals ze zelf zei: I don’t like being called a silent star. I was never silent.

The shit hits the fan

Producent DeMille besloot uiteindelijk met haar te breken. Dat pikte ze niet. Ze nam een advocaat in de arm en begon een juridische strijd. Winnen, zo meende haar advocaat, was geen probleem, maar geen enkele studio zou haar meer in dienst nemen. Haar rechtszaak tegen Cecil B. DeMille uit 1927 schiep een precedent bij het vestigen van de rechten van een ster. Ze bleef zelfs na haar overwinning bevriend met DeMille.
Ze won, maar het betekende wel het einde van haar carrière. Ze kwam op de zwarte lijst. Ze kreeg geen rollen meer.

Door haar rechtszaak werd een juridisch precedent geschapen. Acteurs in Hollywoodfilms konden niet meer zomaar worden ontslagen en leidde tot de oprichting van de acteursvakbond. Ze trouwde na haar filmcarrière met Harold Grieve, een art director en een van de oprichters van de Academy (jawel, de uitdelers van de Oscars). Ze is gevallen in 1973, en werd daardoor invalide. Ze is overleden in 1985, begraven op Glendale begraafplaats, LA.

Amsterdam, de geboorteplaats van Jetta Goudal, heeft in 2020 een eerbetoon voor haar gerealiseerd: de Amsterdamse brug no. 771 in Slotervaart heeft haar naam gekregen.

Wie verder wil lezen over de WoF:

De Walk of Fame website

Wiki over de Walk of Fame

Over de Oscars

Fun facts over de WoF

 

Wie meer wil lezen over Jetta Goudal, of de documentaire Diva Jetta Goudal wil zien:

Over het boek van Erik Brouwer

Achtergrond informatie over Jetta Goudal

Nieuwsuur over Jetta Goudal

De documentaire Diva Jetta Goudal

 

 

 

Aflevering 6: Goochelen, James Randi en Char(latans)

Dennis had er een, ik had er een, mijn zoon heeft er een, zelfs Hans Klok had er een: een goocheldoos. Met daarin minstens een toverstaf, een touw en een set speelkaarten. En iedereen had wel een opa of oom die een muntstuk achter je oor vandaan haalde.

 

De meesten van ons stoppen na de basisschool met goochelen. Anderen niet. Hans Klok, Hans Kazan, Fred Kaps, zij werden Nederlandse topacts. En als zij bezig gaan, dan boeit dat. Hoe doen ze het toch? Van een konijn uit de hoge hoed tot het in tweeën zagen van een leuke dame: steeds weer kan de toeschouwer geboeid kijken naar de trucs die goochelaars en illusionisten laten zien.

En niet alleen vandaag de dag. Goochelen is iets van alle tijden. Waarschijnlijk is het ook waar dat de mens bedrogen wil worden. Mundus Vult Decipi, ergo decipiatur, aldus Pretonius. Magisch denken betekent ook dat de zintuigen ons bij de neus nemen. Een rad voor de ogen draaien. Een oor aannaaien. Met twee monden spreken zelfs?

Maar goochelen gaat vooral over illusie, vingervlugheid, spiegels, ontsnap- en verdwijntrucks. Uiteindelijk is het niet meer dan vermaak. Zie ook de oorsprong van het woord goochelen uit het Latijn ioculari (grappen maken). Onze woorden jokken, joke, jongleren, guychelen schuren tegen die betekenis aan. En als we het toch over taal hebben: de woorden hocus pocus pilates pas, die menig goochelaar uitspreekt, schijnen een historische oorsprong te hebben.

Maar sommige proberen zichzelf te verrijken of in de kijker te spelen. De goochelaar James Randy was daar een fervent tegenstander van. Hij bestreed de nepperij van Uri Geller, religiefantasten, charlatans als Char (voor wie een video wil zien over haar werkwijze, hier is een link) en uiteindelijk iedereen die anderen geld probeerde afhandig te maken door middel van zwendel, zoals met god spreken of het hiernamaals, of met de doden. Waarom had hij moeite met de neppers? Omdat ze anderen iets afhandig maakten of omdat ze iets zeggen te kunnen wat ze niet kunnen.

Waarom werkt het? Dat goochelaars en en illusionisten ons bij de neus kunnen nemen? Dat heeft te maken met het gemak waarmee zintuigen om de tuin geleid kunnen worden. Goedgelovigheid, dat kan het ook zijn. In het geval van de oplichterij van de Chars van deze wereld is het ook de wil / wens dat iets waar is wat een ander voorspiegelt. Nog een reden? Verrast willen worden door het plotselinge verschijnen of verdwijnen van een voorwerp of een levend wezen.

Ik kijk graag naar filmpjes waarin de blindheid voor verandering voorkomt. Zoals in dit voorbeeld waarin iemand een onbekende de weg vraagt, dan een een bord langs komt, of iemand achter een balie verdwijnt, waarna een ander het overneemt. De meeste mensen kijken niet goed; vermoed wordt dat het niet kijken een gevolg is van onze hersenen, die zo voorkomen dat we overbelast raken door een overdaad aan informatie.

 

Wanneer een goochelaar wat verder gaat, en grote acts op de bühne doet, spreken we van een illusionist. Hans Klok is zo iemand, en ook Siegfried en Roy die het met dieren deden. Die laatste twee leven sinds kort niet meer, maar niet omdat ze stierven op het podium. Dat kan wel gezegd worden van Chung Ling Soo. Hij stierf tijdens zijn act waarbij hij een kogel opving.

Een van mijn goochelhelden, Tommy Cooper, stierf ook op het podium. Het rare van zijn verhaal is wel dat mensen dachten dat zijn sterfscène deel van de act was.

Sommige illusionisten brachten het er ternauwernood levend vanaf. De reeds genoemde Randy James en zelfs de grote Houdini, de meester van de verdwijntruc, stierven bijna tijdens hun act.

De conclusie die we kunnen trekken? Goochelen is niet zonder risico’s.

Heb je de podcast nog niet beluisterd? Doen. Wij vertellen over goochelaars en en zwendelaars.

Zet je koptelefoon op, sluit je ogen, en luister naar ons verhaal.

Dat kan hier op de site maar je kunt ook naar Lekker Uitgelegd luisteren in je podcast app of op Spotify en iTunes (Apple podcasts).

Vind je de podcast leuk? Laat het weten en, belangrijker nog, vertel het verder!

Aflevering 3: Pseudocide

De DRK Suchdienst

Na de tweede wereldoorlog wachtten in Duitsland (en in andere landen) velen op de terugkeer van hun man, zoon, vader of grootvader. Velen waren in krijgsdienst gegaan, maar keerden vooralsnog niet terug. De chaos in Duitsland was groot, het land was verwoest, informatie over vermiste soldaten was er nauwelijks, de stroom vluchtelingen was immens. Al snel ontstond vlak na de oorlog een behoefte om de wachtende familie of vrienden en de terugkerende soldaten met elkaar in contact te brengen. In de eerste maanden hingen mensen op stations briefjes op, bij wijze van ‘advertentie’.

Om dat in goede banen te leiden, begon Het Duitse Rode Kruis (DRK) een zoekdienst. Over de geschiedenis van de DRK-Suchdienst is (in Duits) meer te lezen op de site van de (nog steeds bestaande) Suchdienst [1].

Ook de Duitse opa van Rick (zie foto hiernaast) kwam niet levend uit de oorlog tevoorschijn. Hij, Georg, was in de oorlogsjaren een militair in een reserve-fietseskader. Na de oorlog ging het leven van zijn vrouw en vier kinderen verder, maar van Georg geen spoor. De Suchdienst kon geen hulp bieden.

Geruchten

Rick werd goed 20 jaar later geboren, en vanaf een zeker moment in de jaren zeventig hoorde hij geruchten dat opa niet dood zou zijn, maar een tweede leven was begonnen. Een van de familievrienden, Roger, zou de zoon van Georg zijn. Een halfbroer van Ricks vader dus.

Dat mannen na de oorlog een nieuw leven begonnen, was niet heel vreemd. Sommige ex-soldaten schaamden zich voor hun deelname aan de nazi-oorlogsmachine, anderen waren ontevreden met hun bestaande leven van voor de oorlog, of hadden schulden. Dat was toen voor mensen een reden om hun eigen dood in scene te zetten, maar ook nu komt het voor dat mensen ‘uit het leven stappen’ en elders verder leven. Het merendeel van die nepdoden zijn overigens mannen: vrouwen zijn verreweg in de minderheid.

De eigen dood in scene zetten: doing a reggie perrin

Om een succesvolle nepdood, ook wel pseudocide genoemd, te kunnen realiseren, moet je eerst verdwijnen. Sommige mannen deden dat door hun kleren op het strand achter te laten, zodat mensen zouden denken: hij is het water ingelopen en verdronken. Ook een bekende manier: het vervoermiddel vernield en leeg achterlaten (zoals een auto of een gecrasht vliegtuig waaruit de nepdode-in-spe is gesprongen). Bekende nepdoders zijn John Darwin (die met zijn kano de zee opging en dood leek te zijn), Lord Lucan en de Lord Timothy Dexter [2] [3]. Ook bekende artiesten zouden hun eigen dood in scene hebben gezet [4]. Was Paul McCartney een daarvan? En Michael Jackson? Of Elvis Presley? Overigens bestaat in het Engels de uitdrukking doing a reggie perrin: verdwijnen onder de illusie dat je dood bent.

Wil je de boel flessen, dan zijn voorbereiding en vervolgstappen zeer belangrijk: je moet je identiteit veranderen, geld hebben, alle contact met je oude leven verbreken, niet over je vorige leven praten. Mensen, mannen, hebben meerdere redenen om hun eigen dood in scene te zetten: het innen van een levensverzekering, om schulden niet af te betalen, om celstraf te ontlopen, om een nieuwe relatie te beginnen, om te zien of ze nog geliefd zijn (zie bijvoorbeeld de aflevering The One with the Memorial Service van de serie Friends). [5]

De professionele aanpak

In het boek Playing Dead van Elizabeth Greenwood [6] bespreekt de auteur de verschillende aspecten waar je op moet letten als je pseudocide wilt plegen en ook enkele gevallen van fake deaths. We horen weinig van geslaagde pseudocides (misschien wel logisch, want een nepdode maakt zich niet bekend). Slagen kan wel, maar je moet het goed plannen. Wat helpt: het is mogelijk om in de Filipijnen tegen betaling een nep overlijdenscertificaat aan te schaffen. [7] [8]

En opa?

Nog steeds nieuwsgierig naar het lot van zijn opa heeft Rick begin 21e eeuw een zoekopdracht geplaatst bij de Suchdienst. Het antwoord van de Dienst was helder: Opa is ‘verschollen’, vermist. Dat kan dood zijn, maar hoeft niet. Feit is wel dat als opa nog had geleefd, dat hij nu 106 jaar oud zou zijn. En dat betekent voor velen van ons het einde.

 

Literatuur

[1] https://www.drk-suchdienst.de/informationen-und-hintergruende/geschichte-des-drk-suchdienstes/
[2] https://listverse.com/2019/06/24/10-people-who-faked-their-own-death/
[3] https://www.atlasobscura.com/articles/pseudocides-five-faked-deaths-that-will-long-be-remembered
[4] https://www.grunge.com/26814/10-celebrities-might-faked-deaths/
[5] https://www.acfe.com/fraud-examiner.aspx?id=4294994951
[6] Playing dead; A Journey Through the World of Death Fraud / Elizabeth Greenwood. – New York: Simon & Schuster, 2016. – 272 p.

[7] https://www.psychologytoday.com/us/blog/shadow-boxing/201704/pseudocide-the-art-faking-your-death
[9] https://www.vice.com/en_us/article/7bmv7a/a-handy-guide-to-faking-your-own-death

Meer lezen?

https://www.researchgate.net/publicatio/286383772_Pseudocide_A_Case_Report
https://www.abc.net.au/news/2019-10-28/how-do-you-fake-your-own-death/11635836
https://www.abc.net.au/news/2018-06-01/arkady-babchenko-reveals-using-pig-blood-to-fake-his-death/9822872
https://en.wikipedia.org/wiki/Faked_death
https://www.gizmodo.com.au/2018/10/the-psychology-of-faking-your-own-death/

Podcasten op afstand

(Dit artikel verscheen eerder in de Facebook groep PodpodOnline)

 

Als je reist, zoals ik op dit moment, en tegelijkertijd een podcast wilt opnemen met je co-host die zich op 10.000 kilometer bij je vandaan bevindt, dan sta je voor een uitdaging. Helemaal als je de lat voor audio-kwaliteit hoog legt.

In dit artikel leg ik, Dennis Aaij (co-host en maker van de Lekker Uitgelegd podcast), uit hoe de trailer en enkele (pilot-)afleveringen van onze podcast zijn opgenomen zonder veel concessies te doen aan de audiokwaliteit maar mét een fysieke afstand tussen mij en mijn co-host Rick Ruhland van ongeveer 10.000 kilometer.

Skype

Als het gaat om goede kwaliteit audio, dan voldoet Skype niet. Skype, en de vele VoIP-soortgenoten zijn wellicht een optie als je iemand de uitzending in haalt voor een quote of een korte reactie. Echter, de audiokwaliteit laat vaak te wensen over en dan is het al snel vervelend om naar te luisteren, met gevolg dat luisteraars afhaken. Skypen was daarom voor ons een no-go.

Aan de slag

Toch was het ons doel om vóór mijn thuiskomst de hele productie rondom de podcast in de steigers te zetten zodat we na mijn reis direct goed uit de startblokken kunnen schieten. Je moet daarbij denken aan het maken van de website, het design en de logo’s. Het opzetten van de sociale mediakanalen, het regelen van financiering, e-mailaccounts aanmaken. Dingen die we allemaal op grote afstand van elkaar moesten organiseren.

Toen we meer en meer zaken van ons lijstje konden afstrepen en Lekker Uitgelegd langzaam maar zeker de vorm kreeg die we voor ogen hadden, kwam er één ding steeds dichterbij; het maken van de trailer en een aantal pilot-afleveringen. Ook dat moest op lange afstand gebeuren.

De Trailer

Met het maken van de trailer begon het zoeken naar een manier die het mogelijk maakte om het te laten lijken alsof Rick en ik ons in dezelfde ‘professionele’ studio bevonden. In werkelijkheid bevond ik me op dat moment in een holklinkende hotelkamer in Maleisië en Rick in zijn werkkamer in Amsterdam. Ik had in de hotelkamer de beschikking over: een laptop (met Garageband geïnstalleerd), een Olympus LS-11 PCM-recorder, in-Ear headphones en wifi. Aan de andere kant, in Amsterdam, had Rick dezelfde middelen voorhanden. In zijn geval was de recorder een Tascam dr-05x.

Double Ender

De techniek die we hebben toegepast voor de trailer, en daarna ook voor de pilot-afleveringen, staat bekend als de ‘Double Ender’-techniek. Het principe ervan is dat de conversatie of het interview door beide deelnemers met een eigen microfoon en recorder, aan beide kanten van de lijn wordt opgenomen. Vervolgens worden de twee stemmen samengevoegd en kan het geheel geëdit worden.

Audio en video

Om het gesprek tot stand te laten komen, hebben wij gekozen voor Zoom.us. Nu biedt Zoom.us de mogelijkheid om zowel audio als video van de conversatie vast te leggen, maar net als bij Skype heeft de audio een te lage sample rate waardoor deze ongeschikt is voor een podcast. De videobeelden kunnen daarentegen wél van pas komen als je de podcast ook via YouTube wilt publiceren (dit raad ik je ten zeerste aan aangezien dit de ‘vindbaarheid’ van je podcast via search engines aanzienlijk vergroot, maar dat is een ander verhaal).

Double Ender in de praktijk

Eigenlijk verliepen de sessies erg eenvoudig. Na het opstarten van de videoconferentie via Zoom.us, was het een kwestie van samen eenmalig de instellingen van de Olympus en de Tascam doornemen. Vervolgens beide recorders via usb verbinden met de laptop en ze als audio interface laten werken. Dit is wel een puntje van aandacht. Controleer, via de systeemvoorkeuren van je laptop, of de recorder (indien je een usb microfoon gebruikt; de microfoon) is geselecteerd als invoerapparaat. Doe je dit niet, dan neem je op met de interne microfoon van je laptop, en niet met de kwalitatief hoogwaardige recorder of usb microfoon.
Nadat je het systeem van je computer hebt laten weten dat je graag via de recorder of usb microfoon wilt opnemen, dan is het zaak om dit ook te laten weten aan het programma waarmee je gaat opnemen. In ons geval is dat Garageband. Als ook het opnameprogramma het juiste invoerapparaat herkent, kun je beginnen met opnemen.
Oh ja! Gebruik bij de Double Ender bij voorkeur in-Ear headphones (oortjes), dan loop je niet het risico dat het geluid van je koptelefoon ‘lekt’ naar de opnames.

Horen is ook kijken

Nu zijn er vast een aantal van jullie die denken: “Waarom niet direct in de Tascam en Olympus recorder opnemen? Dan heb je toch ook al een Double Ender met een goede kwaliteit audio?” Het antwoord op die vraag is ja, in principe kan dat voldoende zijn, maar het voordeel van het opnemen via Audacity, Reaper, Garageband etc., is dat je kunt zien hoe de opnames verlopen. Je ziet de audiogolven voor je en kunt dus ingrijpen als dat nodig is. Daarbij weet je zeker dat de opname ‘loopt’ bij het zien van de golven, en geloof me, het is me meer dan eens gebeurd dat ik dacht dat ik bij de Olympus op record had gedrukt en er na 10 minuten ‘opnemen’ achter kwam dat de recorder nog in de stand-by modus stond te knipperen. Stel je voor dat je daarachter komt nadat het interview met je gast juist naar alle tevredenheid is afgerond!

Niet altijd eenvoudig

De vragen waar je antwoorden op moet vinden zijn: heeft mijn gesprekspartner een microfoon om het gesprek mee op te nemen? Weet hij of zij hoe ze die moet gebruiken? Is er aan de andere kant voldoende technische kennis om de double ender tot stand te brengen?

Meer werk maar meer audio voor je geld

Tot zover het principe van de double ender methode. Onthoud dat dit een techniek is die als doel heeft om met een beetje extra werk van jouw kant en die van je gast of gesprekspartner, een hogere kwaliteit audio te realiseren. Het kost je aanvankelijk wat tijd en een beetje geduld maar het eindresultaat klinkt professioneel. En dat komt je podcast ten goede.

De trailer

De trailer is gemaakt!

De kans is groot dat je ‘m al hebt beluisterd, zo niet, dan kan dat op deze site en inmiddels ook op iTunes, Spotify en in de podcast app van je keuze.

Best lastig

Een trailer van tweeëneenhalve minuut maken, lijkt geen ingewikkelde opgave maar dat is het wel als de beide hosts van de podcast hemelsbreed ruim 10.000 kilometer van elkaar verwijderd zijn.

Tijdens het maken van de trailer voor de Lekker Uitgelegd podcast, bevonden Rick en Dennis zich respectievelijk in Amsterdam en Maleisië. Dennis zat midden in een wereldreis per fiets (een fietsreis van Rijnsaterwoude naar Bali) en moest het doen met een laptop en een pocket audio recorder. Nu was dat niet het grootste probleem want met wat slimme verbindingen kon er aan beide kanten een kwalitatief acceptabel audiospoor worden opgenomen. Dan is het een kwestie van sporen uitruilen en editen maar! (Voor podcastmakers onder jullie die voor eenzelfde uitdaging staan, we raden je aan eens te kijken of je een ‘double ender’ kunt realiseren; zo heet deze door Dennis en Rick gebruikte techniek.)

De grootste uitdaging was toch steeds de internetverbinding in Maleisië en de akoestiek van de hotelkamers waarin Dennis verbleef. Deze akoestische ruimtes veranderden iedere dag omdat hij ondertussen bleef doorfietsen en dus telkens in een ander hotel verbleef.

Smaakt naar meer

Uiteindelijk is de trailer geworden wat we voor ogen hadden. En ondanks de lastige omstandigheden tijdens het maken ervan, zien we vooral mogelijkheden voor meer. De officiële eerste aflevering, die op 3 november gaat verschijnen, zal de aflevering zijn die we opnemen, én maken, vanuit de KlankMedia studio in Nederland. Daar gaan we vanaf oktober mee aan de slag, als Dennis terug is van zijn wereldreis.

Dit betekent dat er nog ruim een half jaar is om het podcasten op grote afstand door te ontwikkelen. Wie weet resulteert dat in een fraaie ‘pilot aflevering’ van Lekker Uitgelegd.

Verrassing

Hou daarvoor de website en de socials in de gaten. Of abonneer je vast op de Lekker Uitgelegd podcast. Dan ben je in ieder geval als eerste op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen en een paar verrassingen!

We zijn online

Feestje

Met het publiceren van de Lekker Uitgelegd website, beginnen we voor ons gevoel pas echt aan het avontuur. Hoewel we al ruim 4 maanden werken aan de podcast, die op papier en in onze hoofden steeds meer vorm kreeg, hebben we het gevoel dat we vandaag een grote stap voorwaards zetten door online te gaan met de website en de diverse social media kanalen. We zijn er!

Maar we zíjn er nog niet

Nu de ‘kanalen’ open staan, ontstaat er ruimte op onze papieren en in onze hoofden om de volgende stappen te zetten.

We weten precies wat we willen. Een voorproefje is de binnenkort te verschijnen trailer en op de ‘Podcast’-pagina van deze site lichten we alvast een tipje van die sluier.

Eerste afleveringen

De eerste afleveringen van de podcast verschijnen op 3 november 2020. Dat is exact een jaar na het bedenken van de Lekker Uitgelegd podcast. We hebben dus nog even voor het zover is. Tot die tijd kun je het ontwikkelingsproces op de voet blijven volgen. Dat kan hier, via de site (je kunt je abonneren op de nieuwsbrief), maar dat kan ook door Lekker Uitgelegd te volgen op Twitter, FaceBook en/of Instagram.

Je hoort van ons!